Er moeten mensen zijn die zonnen aansteken, voordat de wereld verregent.
Mensen die zomervliegers oplaten als het ijzig wintert, en die confetti strooien tussen de sneeuwvlokken. Die mensen moeten er zijn.
Er moeten mensen zijn die aan de uitgang van het kerkhofijsjes verkopen, en op de puinhopenmondharmonica spelen.
Er moeten mensen zijn, die op hun stoelen gaan staan, om sterren op te hangen in de mist. Die lente maken van gevallen bladeren, en van gevallen schaduw, licht.
Er moeten mensen zijn, die ons verwarmen en die in een wolkeloze hemel toch in de wolken zijn zo hoog ze springen touwtje langs de regenboog als iemand heeft gezegd: kom maar in mijn armen
Bij dat soort mensen wil ik horen die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan.
Er moeten mensen zijn die op het grijze asfalt in grote witte letters LIEFDE verven. Mensen die namen kerven in een boom vol rijpe vruchten omdat er zoveel anderen zijn die voor de vlinders vluchten en stenen gooien naar het eerste lenteblauw omdat ze bang zijn voor de bloemen en bang zijn voor: ik hou van jou.
Ja, er moeten mensen zijn met tranen als zilveren kralen die stralen in het donker en de morgen groeten als het daglicht binnenkomt op kousenvoeten.
Weet je, er moeten mensen zijn, die bellen blazen en weten van geen tijd die zich kinderlijk verbazen over iets wat barst van mooiigheid roepen van de daken dat er liefde is en wonder als al die anderen schreeuwen: alles heeft geen zin dan blijven zij roepen: neen, de wereld gaat niet onder en zij zien in ieder einde weer een nieuw begin.
Zij zijn een beetje clown, eerst het hart en dan het verstanden ze schrijven met hun paraplu i love you in het zand omdat ze zo gigantisch in het leven opgaan en vallen en vallen en vallen en opstaan.
Bij dát soort mensen wil ik horen die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan de muziek gaat door de muziek gaat door en door.
Toon Hermans.
Reactie plaatsen
Reacties