Ik heet Mark en heb een moeilijke jeugd gehad. Thuis voelde ik mij niet geborgen. Integendeel, het was voor mij een onveilige omgeving waar ik door mijn ouders werd verwaarloosd en mishandeld. Op mijn vierde kreeg ik de diagnose autisme. School was ook geen fijne plek voor mij, ik vertoonde moeilijk en onbegrepen gedrag, waar vreemd genoeg geen actie op werd ondernomen. De leraren keken weg. Ik was twintig toen ik ging wonen onder begeleiding, nadat ik aan zijn ouders had aangegeven dat ik thuis weg wilde. Voor mij veranderde er niet veel. Ik bleef zich onveilig en niet gezien voelen. Nu ik, na veertien jaar beschermd wonen, een eigen onderkomen heb, kijk ik terug. Ik ben boos en verdrietig, maar zie ook een mooie toekomst.
Begeleid wonen zou veilig moeten zijn: Ik heb nooit het idee gehad dat er oprechte aandacht was in de tijd dat ik onder begeleiding woonde. Net zoals vroeger thuis en op school, richtte de aandacht zich weer op datgene wat ik niet kon, op de beperkingen door mijn autisme. Als ik sprak over studeren of werken dan werd mij gezegd dat de Sociale Werkplaats het hoogst haalbare voor mij was. Enige ondersteuning of stimulans om meer uit mezelf te halen ontbrak volledig, ik werd klein gehouden. Ook werd ik regelmatig gepest door andere bewoners. De hulpverleners grepen dan niet in en bagatelliseerde dat gedrag. Dat had een behoorlijke impact op het vertrouwen dat ik had in de mensen die daar werkten. En als ik wel een klik had met iemand, dan was er door het hoge verloop onder het personeel nauwelijks tijd om een vertrouwensband op te bouwen. Ook had ik het vermoeden dat een deel van de hulpverleners niet echt geschikt was voor het werk wat ze deden. Al deze omstandigheden zorgden ervoor dat ik me ging isoleren, vaak zat ik in mijn kamer achter mijn computer.
Ik kreeg last van angsten en van depressieve klachten. Daarvoor werd ik doorgestuurd naar een psycholoog. Maar door mijn ervaringen met hulpverleners en misschien wel met mensen in het algemeen, had ik helaas niet de behoefte om te delen wat er in me omging, dat voelde niet veilig.
Traumatisch: Ik ben er bewust van dat hoe ik in het leven sta, te wijten is aan een opeenstapeling van negatieve ervaringen. Het begon met een moeilijke jeugd, waar ik opgroeide in een onveilige omgeving, gevolgd door veertien jaar begeleid wonen, waar ik ook niet op mijn plek voelde. Ik heb nooit beseft dat mijn jeugd traumatisch voor mij is geweest. Veel van de klachten die ik had gedurende de periode dat ik onder begeleiding woonde, kan ik niet los daarvan zien, ik besef dat pas sinds kort. En die periode zelf heeft ook zijn sporen nagelaten, ik durf best te zeggen dat het patroon vanuit mijn jeugd zich daar deels herhaalde. Een trauma op een trauma dus.
Het zou me zeker geholpen hebben als er vanuit de instelling waar ik woonde meer gekeken was naar wie ik nog meer was. Waarom ik mij gedroeg zoals ik me gedroeg en dat mijn klachten niet alleen werden verklaard vanuit een autistisch perspectief. Het is jammer en niet goed dat de hulpverlening daar geen oog voor had. Ik ben er nog steeds en probeer mijn leven op te pakken.
Een stukje uit mijn leven, moeilijk maar wel tevreden nu.
Groeten, Mark
Reactie plaatsen
Reacties