Daar stond ze dan, met in haar hand twee kapotte schoenen. Ze keek haar moeder met tranen in de ogen aan. Moeder bekeek de schoenen één voor één. Ze zuchtte. Ze wist dat ze deze schoenen niet meer kon maken. Ze had al te vaak met oude stof en garen de schoenen vermaakt. Zelfs met het oude plakband wat ze eens had gevonden bleef het niet zitten. ‘Het spijt me meisje’, zei de vrouw, 'ik kan hier niets meer van maken.’ Het meisje huilde zachtjes en wist wat dit betekende. Ze had geen schoenen meer. Moeder had geen geld voor nieuwe schoenen, laat staan voor tweedehands.
Een aantal landen verderop, was een moeder met haar zoontje aan het winkelen. ‘Kijk mama, die schoenen wil ik zo graag!’ Zijn moeder keek in de etalageruit. Ze zag de nieuwste gymschoenen, die alle kinderen bij hen uit de buurt ook droegen. Ze keek naar de prijs: ‘Ach wat maakt het uit. We kunnen het betalen’, zei ze toen ze haar zoontje weer aankeek. ‘Maar wees er zuinig op. Kindjes uit arme landen zouden zo blij zijn met nieuwe schoenen.’ Haar zoontje knikte, hij had zijn moeder begrepen en hand in hand liepen ze de winkel binnen.
Zijn moeder kocht altijd twee paar schoenen. Ze kende haar zoontje. Hij liep door plassen water en speelde in het zand. Dan was het fijn om een paar in reserve te hebben. Vol trots liepen moeder en zoon met twee paar schoenen de deur uit. Het was nu hoog zomer en het arme meisje had nog steeds geen nieuwe schoenen. Haar moeder werkte bij een bungalowpark net buiten het dorp. Het bungalowpark lag aan de rand van het bos. Veel vakantiegangers kwamen naar hun land en genoten dan van het warme weer, de natuur en het grote meer.
Er was van alles te doen. Het meisje had vaak naar al die jongens en meisjes, die zo’n lol in het water hadden gekeken. Moeder maakte de bungalows schoon en nu ze vrij was van school hielp ze haar moeder mee. Zo nu en dan gingen ze ook even zwemmen. Niet waar de vakantiegangers kwamen, nee, op een stil verlaten plek waar alleen de lokale mensen mochten komen. Op een dag zouden er nieuwe gasten komen en ze waren net op tijd klaar met schoonmaken. Net op het moment dat moeder de deur achter zich dicht wilde trekken kwam er een auto aan. Moeder bleef staan.
Ze wilde de gasten begroeten. Soms gaven ze haar geld voor het schoonmaken, dat gebeurde wel vaker. Een man en een vrouw en hun zoontje stapten uit de auto en keken naar het meisje en haar moeder. Ze glimlachten blij. ‘Maria!’ Moeder keek op en zag het gezin wat elk jaar terugkwam. Ze begroetten elkaar blij en het was een gezellig weerzien. De vrouw keek naar Maria en haar dochter en gebaarde dat ze moesten blijven wachten. De vrouw opende de kofferbak van de auto en pakte een tas vol kleding en liep ermee terug naar Maria. Ze overhandigde de tas vol prachtige kleding.
Maria was blij, want ze had samen met haar dochtertje elke ochtend en avond aan de zon en de maan en de sterren gevraagd, of er een wonder gebeuren mocht. Maria bedankte de vrouw oprecht en pakte haar kleine meisje bij de hand en liepen het park af. Enkele minuten later hoorden ze iemand roepen: ‘Maria, Maria!’ Moeder en dochter draaiden zich om. Het jongetje kwam aangerend, in ieder handje had hij een schoen vast. Hij bleef voor het meisje stilstaan, keek haar aan en bukte zich. Hij veegde met zijn handjes het vuile zand van haar voetjes en heel voorzichtig schoof hij haar voetjes één voor één in de nieuwe gymschoenen. Ze waren iets te groot maar dat gaf niet. Het jongetje stond langzaam weer op en keek het meisje in haar grote donkere ogen aan. Dikke tranen stroomden over haar bruingebrande wangetjes.
Ze deed een stapje naar voren en heel voorzichtig gaf ze de jongen een kusje op zijn wang. Hij bloosde. Vanaf die dag stuurden zijn moeder en hij grote dozen met kleding naar hen toe. De zon keek toe en lachte. De maan knikte tevreden. En de sterren haalden op gelucht adem als ze elke morgen en avond hun dankbaarheid toonden.
Geschreven door Jolanda Rhijnsburger
Reactie plaatsen
Reacties