Zo'n 5000 jaar geleden hebben de Sumeriërs, die in het oude Mesopotamië (het hedendaagse Irak) woonden, een revolutie in hoe we tijd waarnemen en meten. Ze ontwikkelden een verfijnd numeriek systeem gebaseerd op het getal 60, bekend als het sexagesimale systeem. Dit unieke systeem leidde tot de verdeling van een uur in 60 minuten en een minuut in 60 seconden, concepten die vandaag nog in gebruik zijn.
De behoefte van de Sumeriërs aan precieze tijdsbestek werd gedreven door hun agrarische samenleving. Nauwkeurige kalenders waren essentieel voor het planten en oogsten van gewassen. Ze moesten ook hun complexe religieuze ceremonies en administratieve activiteiten coördineren.
Om hun tijd bij te houden, maakten de Sumeriërs belangrijke vooruitgang in de astronomie. Ze observeerden de bewegingen van hemellichamen en gebruikten deze kennis om een maankalender met 12 maanden te maken, die nauw aansluit bij de landbouwseizoenen.
De verdeling van de dag in 24 uur, elk uur in 60 minuten en elke minuut in 60 seconden was een monumentale prestatie. Deze verdelingen waren niet willekeurig, maar waren ontworpen om praktisch en gemakkelijk deelbaar te zijn, wat het gevorderde begrip van de Sumeriërs van wiskunde weerspiegelt
Deze innovatieve benadering van de tijd had een diepgaande impact op latere beschavingen, waaronder de Babyloniërs, Grieken en Romeinen, die het Sumerische systeem overnamen en verder ontwikkelden.
De nalatenschap van het tijdsbestek van de Sumeriërs is duidelijk in onze moderne klokken en kalenders, wat de blijvende invloed van hun vindingrijkheid op ons dagelijks leven toont.
Reactie plaatsen
Reacties