Ze liep snel door de winkelstraat. Het was koud en daarbij had ze ook nog eens geen tijd om langzaam aan te doen. Vanuit haar ooghoeken viel het haar op dat winkels de etalages al in mooie kerstsferen hadden omgetoverd. Nu het in de avond snel donker werd, schenen de lampjes die er altijd rond kerst in de straten hingen ook zo mooi. Ze fronste even. Er was nu geen tijd om er lang bij stil te staan. Eigenlijk, eigenlijk wilde ze sowieso het liefst er even tussenuit. Weg van hier. Het kon zo niet langer. Maar om daar nou opnieuw…Daar was de zijstraat waar ze moest zijn. Gelukkig, net op tijd.
“Goedendag Sandra” groette de receptionist haar. Ze groette snel terug en liep gehaast voorbij de balie de trap op naar de conferentiezaal. Daar aangekomen stond ze eindelijk even stil en ademde ze diep in. Dit moment vond ze het fijnst: de zaal was nog leeg, de verlichting nog schel en alleen zij was aanwezig. Rustig kon ze haar lezing voor die avond nog voorbereiden. Voor haar publiek leek haar leven succesvol. Zij zagen haar enkel op de momenten zoals deze avond en lazen verder enkel haar boeken. Dit waren meteen ook de meest makkelijke momenten van haar leven. ‘Ze moesten eens weten’, dacht ze de laatste tijd vaker dan dat haar lief was.
kerst Het was een aantal maanden geleden begonnen. Het was begonnen met een hem en met een haar. De ‘hem’ was een man die ze vaker en vaker tegenkwam. Niet in de laatste plaats omdat ze het leuk vond met hem af te spreken. Het vervelend irritante was dat ze hem steeds leuker begon te vinden. Afwijzen is zoveel makkelijker dan daadwerkelijk gevoelens voor iemand ontwikkelen. Het was wat haar in de afgelopen tijd regelmatig in de war maakte. Haar leven was prima. Af en toe een date, maar meer niet. Daar kon ze het grootste deel van het jaar goed mee leven.
Dan was er nog ‘haar’: Sofie. En daarachter schuilde het geheim. Sandra kon er met niemand over praten, bijna niemand tenminste. Het suffe was dat uitgerekend hij had geluisterd en haar een advies had gegeven. ‘Nu nog niet’ dacht Sandra. Ze wilde de uitdaging van deze puzzel die haar al haar hele leven achtervolgde nog even laten voor wat het was; een gevoel van onbehaaglijkheid waar ze mee had leren leven. Nouja, totdat dus Sofie in haar leven was gekomen. Sofie…die kleine prachtige baby van haar zusje die de wereld nu alweer drie maanden met een volle glimlach in keek. De zaal begon vol te stromen met mensen. Sandra schrok op uit haar gedachten. Mooi! Tijd om te beginnen. En resoluut duwde ze al haar andere gedachten over hem en haar opzij naar ergens ver weg op de achtergrond.
De volgende ochtend opende Sandra haar gordijnen en genoot van het zien van de zonneschijn. Ze voelde dat het buiten koud was, maar een winterse dag met veel zonlicht deed haar altijd goed. Ze had gelezen dat de schaatsbaan in het centrum weer was geopend en kon niet wachten om er deze vrije ochtend door te brengen. Hem had ze een berichtje gestuurd, al wist ze dat hij op zijn werk zou zijn. Misschien had hij het ervoor over om vrij te nemen om mee te gaan schaatsen? Ze hoorde het wel, maar ging er niet op wachten. Ook in haar eentje vond ze het heerlijk om rondjes te rijden op de schaatsbaan. Sandra had een standpunt ingenomen tegen vele vriendinnen in die al lange tijd in relaties zaten: mijn leven is prima en ook superleuk. Een man zou het enkel nog net iets leuker maken. Ze was er echter nog niet zo zeker van of dat echt waar was. Tot nu toe was het vooral nog wat ingewikkelder in plaats van ‘net iets leuker’.
Helaas, hij kon niet. Sandra las het berichtje toen ze net de metro uitstapte op de hoek van de straat waar ook de ijsbaan zich bevond. Jammer. Maar ze haalde haar schouders op. Met dit stralende winterweer kon het haar humeur niet bederven. De ochtend vloog voorbij, terwijl Sandra genoot van het schaatsen op het ijs tussen mensen en kleine kinderen strompelend achter hun stoeltjes aan.muziek luisteren haarDe middag besteedde ze aan een schrijfsessie voor haar nieuwste boek welke samen met een andere schrijver schreef. Het kantoortje waar ze zaten was niet warm te krijgen. De schrijver leek zich nergens iets van aan te trekken en werkte stuurs door aan het concept wat ze hadden uitgedacht. Sandra kon echter bijna wolkjes blazen en besloot op gegeven moment af te ronden. Het was tijd om weer terug naar huis te reizen en in de avond kon ze thuis nog wel even verder werken. Daar was het in ieder geval wel warm. Wachtend op te metro zette ze haar muziek vast op.
De reis met de metro die haar van de ene naar de andere kant van de stad bracht, duurde een half uur en Sandra wilde niet teveel in gedachten verzinken. Puur omdat ze wist welke keuzes er daar diep ver weg geduldig lagen te wachten. Bij de volgende overstap ging de muziek net over op haar favoriete nummer. Een station verderop stond hij te wachten op zijn metro naar huis, luisterend naar precies dezelfde muziek. Niet dat dit ertoe deed overigens, want ze wisten het niet van elkaar: noch van deze reis die ze al een tijdje achter elkaar reisden, noch van de muzieksmaak die ze deelden. De wereld had zo haar eigen komische toevalligheden die regelmatiger voorkwamen naarmate je er eens goed bij stil ging staan. Alsof het hele universum alles een bepaalde kant opduwde en je zelf eigenlijk niet eens een keus had…
‘Heel catastrofaal’, dacht Sandra toen ze uitstapte en zag hoe een straatartiest een soort dramatisch theater opvoerde. Ze liep het metrostation uit de straat op het laatste stukje naar huis en zag op haar telefoon een nieuw berichtje. “Hé, volgens mij zag ik je in de metro. Hoe is het?” Het was hem. Ze stopte even met lopen en keek achterom. “Nee suffie” zei ze meteen tegen zichzelf. Pff, alsof hij haar achterna gelopen zou zijn. Dat gebeurde enkel in films. Hoofdschuddend liep ze weer verder naar huis. Het was hoog tijd om te gaan eten en ze zou hem wel antwoorden zodra ze thuis was. Haar telefoon ging. Het was haar zusje.
Hij stond in dezelfde straat waar Sandra een minuut geleden nog liep. Hij fronste even. Hij had haar uit zien stappen en was toen in een impuls ook uitgestapt. Ze moest het wel zijn. Ze woonde toch in deze wijk? Dan was zij het écht, maar ze antwoordde zijn berichtje niet. Jammer. Hij overwoog of hij terug naar huis zou gaan, of dat hij naar haar huis zou gaan en zou aanbellen. Gewoon, alleen even bijkletsen en uitvinden of zij het inderdaad was die hij in de metro voorbij had zien lopen. Wat kon het kwaad? Een paar seconden gingen voorbij voordat hij zijn keus had gemaakt en begon met lopen.
De bel ging. “Ja hoor, altijd als ik net het eten op ga zetten” mopperde Sandra hardop. “Momentje zus, ik leg je even neer”. Ze liep naar de deur. Een collectant. Ze gaf hem wat muntgeld en deed snel de deur weer dicht. Tijdens het eten koken hing Sandra nog met haar zusje aan de telefoon. Alles ging supergoed met Sofie en ze kletsen voluit over alle dagelijkse dingen. Maar toen kwam het: “zeg Sandra, waar ik nog benieuwd naar was. Eh, heb jij nog nagedacht over die brief?” een stilte viel. “Nee…” antwoordde Sandra. “Ik weet nog niet of ik het wil sturen. Ik, ik ben er denk ik nog niet klaar voor.” Het was haar zusje die was begonnen over opnieuw contact zoeken met hun vader. Nu ze zelf moeder was geworden van Sofie was de wens gegroeid. Sandra had hetzelfde. Al was zij niet eens de ouder van Sofie. Door die guitige oogjes die zo opgetogen de wereld inkeken was er iets gebroken in haar hart. Het was tijd om te vergeven en tijd om het contact te zoeken. Ze was echter bang voor wat ze zou aantreffen. Misschien waren ze al te laat…
De bel ging opnieuw. “Wat is dat toch vanavond!” riep Sandra. “Doe gewoon niet open” opperde haar zus aan de andere kant van de lijn. Sandra was echter nieuwsgierig en ging toch even kijken. Ze schrok. Ze kon zien dat het hem was, de leuke man. Hij had niet door dat zij hem had gezien en stond nog te wachten voor een dichte deur. Hij zag licht branden. Zou ze opendoen? En zo niet, waarom zou ze de deur niet opendoen voor hem? Hij besloot nog even te wachten. Het was koud en hij zag hoe zijn adem wolkjes vormde die hun weg gingen de avondlucht in. Sandra fluisterde tegen haar zusje “Wat moet ik doen? Het is hem!” “Ah ok!” antwoordde haar zusje. “Nou dan hang ik op. Succes! ”en ze verbrak giechelend de lijn. “Nee, nee nee!” siste Sandra nog, maar zus had al opgehangen.
Ze had een punt: deze keus moest Sandra zelf maken. De bel ging nog een keer. Ze wist alleen niet wat ze wilde en keek verloren rond naar haar mooie huis en naar het pruttelende eten in de keuken…Zo was het toch ook prima? Toen begon het echter: het protesterende gevoel vanuit haar tenen. “Opendoen, nu!” klonk het vanuit haar diepste gedachten. Ze liep met drie passen aar de deur en deed met een lach op haar gezicht open, maar haar gezicht verstrakte meteen weer. Niemand. Er stond niemand! Een bosje bloemen lag op de deurmat. Daar! In de verte zag ze hem nog lopen. Zonder echt erover na te denken holde ze achter hem aan. “Henri!” riep ze. “Henri, wacht even!” Nu merkte ze hoe fris het buiten was, ai! Ze rende echter hard door naar de man die zich omdraaide naar haar.
Hij had lang gewacht en de deur ging maar niet open. Wat was er aan de hand? Hij was blijkbaar niet belangrijk genoeg om de deur voor open te doen. Daarbij was het koud buiten. Na nog wat weifeling had hij enigszins teleurgesteld het bosje bloemen wat hij nog snel even gekocht had voorzichtig voor haar deur neergelegd en was omgedraaid. Uiteindelijk ging het vaak zo. Hij was het gewend. Ellende. Maar toen hoorde hij iemand zijn naam roepen en toen hij zich omdraaide, kwam ze daar aangerend, zonder jas! “He Sandra, had je de bel niet gehoord” zei hij een beetje voorzichtig glimlachend toen ze aankwam. “Sorry”, antwoordde ze. “Ik vind dit soort dingen een beetje moeilijk.” Ze was ook nog eens buiten adem en merkte amper hoe koud het was. “Heb je, lijkt het je leuk om mee te eten vanavond?” Ze hoefde zijn antwoord niet te raden, want een stralend gezicht keek haar aan.
“Sjonge, het is koud buiten! verbrak ze de stilte. “Kom snel mee!” Die avond was er een moment dat Sandra even rondkeek naar haar huis en bedacht dat alles inderdaad nog steeds hetzelfde was, maar dan veel mooier en stralender. Leuker ook, bedacht ze, terwijl ze een muziekje opzette waarvan ze net had gehoord dat dit ook Henri’s favoriet was. Vanuit alle hoeken grijnsde het universum mee en vielen er een paar sterren. Zou het…had het dan toch…?
Geschreven door: Janine Reso
Reactie plaatsen
Reacties