Avond
Er hing een fikse kou in de lucht. De maan scheen helder en ook al was de avond pas net begonnen, het was stil op straat, zoals het de laatste tijd wel vaker was. Het waren de dagen voor kerst. Marco had net zijn dienst in het ziekenhuis afgerond. Hij stond voor morgenvroeg weer ingeroosterd, dus het was tijd om snel naar huis te gaan, om te crashen op de bank met wat eten en dan snel te gaan slapen.
Terwijl hij het slot van zijn fiets haalde, rilde hij van de kou. “Niet normaal meer!” mompelde hij, terwijl hij ergens uit zijn rugzak zijn handschoenen viste. Toen pingde zijn telefoon. Hij twijfelde even, maar stapte toen op zijn fiets en liet zijn telefoon voor wat het was. Hij had net zijn handschoenen aan. En het was koud!
Binnen in de koffiekamer bij de roosters stond Melanie. Ze tuurde het scherm af op zoek naar zijn naam: Marco…Marco… “Ah, daar!” ze zouden allebei overmorgen in de middag werken. ‘Hmm, misschien te snel’ Gefronst stond ze daar voor het bord op zoek naar of ze niet binnenkort nog een dienst samen zouden moeten draaien. “Heb je een bril nodig?” zei een stem achter haar. Melanie schrok op en draaide zich om, maar haar collega was al doorgelopen. Resoluut liep ze snel weg van het bord, de hal uit. Ze moest tenslotte aan het werk. De nachtdienst was begonnen.
De kerstverlichting hing door de straten
Marco was thuis aangekomen en dook direct de keuken in. Tijd om op te warmen met een lekker bord pasta! Hij zette de TV aan en scrolde door de berichten in zijn telefoon. De meeste berichten waren van zijn moeder. Hoe het ging op werk, of het niet te koud was buiten, wat hij ging eten die avond, en ga zo maar door. Hij gooide de telefoon op de bank. Diegene van wie hij hoopte een berichtje te ontvangen had niks gestuurd. Tja, dan was het blijkbaar allemaal niet zo serieus geweest als hij dacht. Marco zijn vaste relatie was al een half jaar voorbij en sinds kort sprak hij zo af en toe weer eens af. Zonder succes.
Ochtend
“Zeg Melanie hoe ziet jouw week eruit? Kan je woensdagmiddag mee komen helpen met de kerstbomen in de zijvleugel optuigen?” Het ziekenhuis was erg groot en tijdens december maakten ze het gezellig met hier en daar een mooie kerstboom. In de centrale hal kwam een hele grote boom te staan. In de personeelskantine ook één en zo werd er hier en daar wat kerstsfeer in het ziekenhuis gebracht. Elk jaar nam iemand anders in het team de verantwoordelijkheid op zich om de bomen te versieren. Dit jaar was het Tania. Zij werkte zoals altijd erg georganiseerd. Ook voor de kerstbomen. Ze had een heel rooster gemaakt en vulde dit stukje bij beetje in. “Is goed Tania. Rooster mij maar in. Ik kan aan het einde van de middag komen helpen ok.”
Het was nog ochtend. Vroeg in de ochtend. Melanie’s nachtdienst was voorbij en ze maakte zich op om naar huis te gaan. Terwijl ze de uitgang uitliep, liep er iemand door de andere deur naast haar naar binnen. Ze zag hem nog maar net op tijd, maar kon haar oprechte glimlach niet meer verbergen. Het was hem! Ze verbeet zich nog maar net op tijd en knikte even. Marco liep door de volgende deur en fronste even over dat vrolijke gezicht wat hij net zag. Melanie. Nou zeg, die was opgewekt na een nachtdienst! Hij besteedde er verder geen aandacht aan, want hij was een beetje laat en moest zich haasten. Melanie liep met een kop als een boei naar haar fiets. ‘Muts! Wat zou hij wel niet denken!’ beet ze zichzelf toe.
Melanie was over het algemeen goed in relaties verpesten. Eigenlijk vooral in alle kansen al verpesten nog voordat het een relatie werd. Ze was pas net verhuisd naar deze mooie stad waar ze meteen aan de slag kon als verpleegkundige bij een groot ziekenhuis. Met een nieuwe baan en nieuwe woonplaats had ze zichzelf voorgenomen om voor een nieuwe relatie dit keer alles anders te doen. Nou. Dat was dus tot nu toe nog niet gelukt. Integendeel.
Ze kroop thuis snel onder de wol, al wende het slapen overdag nooit. Max de kat mauwde even en sprong vervolgens ook op bed. Hij krulde zich op en soezde weg nog voordat Melanie de slaap kon vatten.
De dagen voor kerst
Een dag en een nacht gingen voorbij. Meer en meer werd er door de mensen kerstversiering opgehangen in de huizen en in de straten. Op het marktplein verscheen een reusachtige kerstboom welke ook volgehangen werd met lampjes. De kerstsfeer vulde de stad. Alsof het nog niet genoeg was viel in de nacht een dikke laag sneeuw waardoor de hele stad bedekt werd met een witte deken. Sprookjesachtig…en koud!
Marco had na aanhoudend vragen van Tania zich ook opgeofferd om mee te helpen met de kerstbomen. Overmorgen na zijn middagshift zou hij komen helpen. Nog net voor zijn dienst wilde hij even koffie halen. In de koffieruimte zag hij haar staan. Die leuke nieuwe collega die nu net een paar maanden hier werkte. Melanie heette ze toch? Ze dronk haar koffie op zei “Hoi” en maakte aanstalten om te gaan. “Hi” zei hij terug. Marco grijnsde even terwijl hij naar de koffieautomaat liep. Opnieuw had Melanie hem een kort lachje gegeven. Zou ze hem leuk vinden? Ze wist het goed te verbergen, maar haar ogen spraken boekdelen. Marco was zeker niet van plan zich direct weer in een vaste relatie te storten. Eerst maar eens gewoon kennismaken, een keer samen iets leuks doen en vooral langzaam aan. Misschien leek het Melanie leuk om samen te gaan winkelen dit weekend? Hij moest nog een nieuwe winterjas. Meestal hielden vrouwen van shoppen. Hij zou het haar straks eens vragen.
Shoppen
Melanie liep met een snelle pas door de gang. ‘Nu geen tijd om na te denken’ zei ze tegen zichzelf. Dit was eindelijk een dienst dat ze met Marco zou samenwerken. Maar eerlijk gezegd vond ze het helemaal niet leuk. Hoe moest ze nou beginnen? ‘Wat zie jij er ziet leuk uit vandaag?’ Nee…dat zeg je toch niet? Maar hij zag er wél leuk uit. Gelukkig was het druk vandaag. Misschien zouden ze elkaar helemaal niet kunnen spreken. Ze hoopte het haast.
Het was het einde van de middag dat Melanie boos de zaal uitliep. Wat een belachelijke situatie. De hele middag hadden ze hard gewerkt en elkaar helemaal niet kunnen spreken. Toen was daar eindelijk een moment, eindelijk spreekt hij haar aan en begon een gezellig praatje over hoe koud het wel niet is buiten en dat hij nog een nieuwe winterjas nodig heeft…En dan vraagt hij “of ze mee wil shoppen dit weekend”? Melanie kon niks uitbrengen. Die vraag had ze niet verwacht. Ze had haperend geantwoord dat ze niet kon en was direct weggelopen.
Terwijl ze naar buiten liep wist ze nog niet of ze nu boos was op hem of op zichzelf. Doos! Morrend fietste ze naar huis. Ze gaf toe dat het haar eigenlijk best leuk had geleken om samen te gaan winkelen. Tja, kans voorbij. Klaar. Over.
Ontdooien
Ze was bij haar huis aangekomen. Het vroor niet meer waardoor de sneeuw een drab geworden was. Haar schoenen waren al doorweekt na de paar meter die ze van haar fiets naar haar voordeur moest lopen. De vrolijke kerstverlichting die in de straat hing zag ze niet. Melanie wilde zich alleen maar zo snel mogelijk verstoppen onder een dikke laag kussens en het liefst zich nooit meer vertonen.
Ze realiseerde zich dat ze zich als een klein kind had gedragen en zuchtte eens diep. Max de kat was dankbaar op schoot komen zitten nu Melanie weer thuis was. ‘Ik kan dit ook gewoon niet’ dacht ze bij zichzelf en zei ze half tegen Max. Zijn spinnen nam ze maar aan voor een antwoord. ‘Katten hebben toch maar een makkelijk leven’ dacht ze. Haar gedachten bleven haar de hele avond bezighouden totdat ze het licht uitdeed om te gaan slapen.
Verderop in de stad, in het grote flatgebouw dat over de haven uitkeek, volgde Marco zijn favoriete serie. Zijn gedachten waren bij Melanie. Ze was na zijn vraag wel heel snel weggelopen en even had hij zich afgevraagd of hij misschien iets verkeerds had gezegd. Toch had hij wel degelijk een glimp van oprechte verrukking gezien in haar blik net voordat ze antwoordde. Haar ogen hadden al gesproken. Wie weet. Hij had al gezien dat ze overmorgen weer samen stonden ingeroosterd en daarna had hij toegezegd om ook mee te helpen met de kerstbomen optuigen. Hij zou haar gewoon nog eens vragen.
Overmorgen
Opnieuw had het gevroren. Melanie blies wolkjes toen ze de deur achter zich sloot. Ze wist precies met wie ze vandaag samen stond ingeroosterd. Ze had zich voorgenomen om positief te antwoorden op wat hij ook zou vragen. Als hij ooit nog een gesprek met haar zou aanknopen tenminste. Toen ze het ziekenhuis in wandelde, zwaaide Tania al enthousiast. ‘Oh nee, vergeten!’ dacht Melanie. Ze zou helpen met de kerstbomen! Met een zucht hing ze haar jas op, en besloot eerst maar een koffie te halen. Er was gelukkig niemand bij de koffiemachine. Snel dronk ze haar koffie. Ze wilde Marco nu niet tegenkomen. Later. Misschien.
Het was opnieuw druk in het ziekenhuis. Rustige momenten waren spaarzaam. In niks leek het erop dat het bijna kerst zou zijn. “Hi Melanie!” Tania kwam aangelopen. “Ik ben echt zo blij met al jullie hulp!” zei ze opgewekt. Melanie haalde haar schouders op. “Het is niks” antwoordde ze. “Nee echt, ik bedoel, dat gewoon íedereen komt meehelpen straks! Dat vind ik echt fijn!” zei Tania en weg was ze weer. Iedereen…dus. Dus Marco zou ook gaan meehelpen? Eerlijk gezegd verbaasde Melanie zich nog het meest over Tijn, een andere verpleegkundige die vaak zijn snor drukte zodra er hulp gevraagd werd buiten het werk om. Ze was benieuwd of hij ook echt zou komen opdagen straks.
Kerstbomen versieren.
De dienst was voorbij. Melanie pakte snel een glas water voordat ze naar de zijvleugel liep waar de dozen met kunstkerstbomen en kerstversiering al lagen opgestapeld. Ze zag Marco ook al staan. En Tijn nota bene ook! “Hoi” zei ze zo neutraal mogelijk. “He Melanie! Kom je ook meehelpen, gezellig!” zei Tijn. Marco glimlachte en vervolgde “Zullen wij deze eerste boom gaan opzetten?” En wees naar een pakket iets verderop. Ze liepen naar de boom toe, maar toen hoorden ze Tania roepen “Tijn…Tíjn! Kan jij Sandra komen helpen aan deze kant van de gang?” En toen waren Melanie en Marco opeens alleen. Met een kerstboom. Melanie zette zich er wonderwel overheen en begon met het opzetten. Haar hersens draaiden overuren in die eerste seconden. “Hoe een gesprekje te beginnen. Waarover te praten?”
Gelukkig begon Marco te praten. Over dat hij kerstbomen opzetten altijd leuk vond om te doen. Helemaal hier in het ziekenhuis, waar sfeer vaak ver te zoeken was. Zo raakten ze in gesprek. Over ditjes en datjes. Het uur vloog voorbij. Voor ze het wisten stonden alle kerstbomen mooi versierd in de gangen. “Zo” zei Melanie opgewekt. “Die staan er weer mooi bij!” Marco beaamde dat “mooi sfeertje he!”en hij keek Melanie aan, “Je gaat er helemaal van stralen!” zei hij grijnzend.
Dat was voor Melanie teveel. Ze sloeg haar ogen neer en er viel een stilte. “Ik weet niet wat ik nu moet zeggen” antwoordde ze. Ze zei het meer tegen de boom dan tegen Marco, maar wonderwel lukte het haar om hem toch weer aan te kijken. Ze zag hoe Marco haar nog steeds aankeek “Je hebt geen woorden nodig Melanie. Ik begrijp het al.” Het was een intens moment en het leek eeuwen te duren. Ze keken elkaar slechts even aan, maar in die paar seconden had het hele universum kunnen exploderen zonder dat ze het zouden merken. Ze zagen alleen elkaar en hun blikken zeiden alles.
Marco verbrak het moment. Hij sloeg zijn ogen neer, dacht heel even en keek haar weer aan met een grijns. “Dus… Ga je nu dan wel een keer mee shoppen als ik je dat vraag? Dan bedenk ik daarna nog wel of ik je uitnodig om bij me te komen eten”. Melanie moest lachen. “Ok,” antwoordde ze opgelucht, ‘”Maar dat bij je komen eten weet ik nog niet hoor. Wie zegt dat jij kan koken?” Nu moesten ze allebei lachen.
Melanie was tegelijkertijd opgelucht en blij over de wat ze elkaar zonet in de stilte met hun blikken hadden verteld. “Kom”, Marco reikte zijn hand. “Het is tijd om te gaan’. Zo liepen ze samen terug naar de hal, waar ze hun jassen pakten en liepen ze naar buiten de sneeuw in, op zoek naar hun fietsen.
Door: Janine Reso
Reactie plaatsen
Reacties