Eenvoudig om te maken en daarom ook erg leuk om met (klein)kinderen te bakken! In 1902 kon men in Paramaribo bij William Leopold Pinto, gevestigd aan de Watermolenstraat, allerhande Hollandse koekjes bestellen, waaronder Boterbiesjes. Die werden gebakken in de Hollandsche Brood- en Koekenbakkery “Klein Combé” van Adrianus van Alphen en daarna aan huis bezorgd. Thuis koekjes bakken was in die tijd voor veel mensen nog helemaal niet aan de orde, want pas vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw deed het gasfornuis haar intrede in het gros van de Surinaamse huishoudens.
Het recept van de oud-Hollandse (room)boterbiesjes is oud. En met oud bedoel ik ook echt oud: in een Nederlandse krant uit 1747 worden ze al genoemd. Wanneer het recept voor Kokosbiesjes is bedacht, en door wie, is mij niet bekend. Waarom ze zo genoemd worden was mij ook niet helemaal duidelijk. Ze lijken namelijk niet op boterbiesjes, wel op wafeltjes.
Dat laatste bracht mij bij Kwee semprong: Javaanse opgerolde wafelkoekjes. Die danken hun naam aan het feit dat zij de plaatselijke bevolking deed denken aan een cilindrisch lampenglas (semprong in het Maleis). Zij zijn op hun beurt weer de tropische versie van galettes, ook bekend als opgerolde oublietjes (oublie is Frans voor: cirkelvormige wafel). Het verschil is dat ze met rijstmeel in plaats van tarwemeel en met kokosmelk in plaats van koemelk worden gemaakt.
De opgerolde wafeltjes worden in de Nederlandse provincies Drenthe en Groningen al eeuwen Kniepertjes genoemd en graag rond Nieuwjaar gebakken en gegeten. Oké… Waarom heet de Surinaamse versie dan niet Kokoskniepertjes? Of kokosgalettes… Ten eerste omdat ze plat zijn en ten tweede worden ze - net als boterbiesjes - in de oven gebakken. Kniepertjes, oublies, galettes en Kwee semprong worden vervaardigd met behulp van wafelijzers.
Nodig voor ca. 40 stuks:
140 gram tarwe- of rijsteblom, 75 gram kokosroom, 75 gram droge kokos (geraspt), 15 gram kokosolie, 3 eetlepels honing, 2 theelepels vanille-essence of 1 theelepel rozenwater, 1/2-1 afgestreken theelepel baksoda, 2 flinke mespunten tot 1/2 theelepel zout, Suikermuisjes (ook wel bekend als: discodip en musketzaad).
Doen:
In een beslagkom de kokosolie en kokosroom met een vork fijnprakkken. De overige ingrediënten (behalve de Suikermuisjes) toevoegen en alles met de hand door elkaar kneden. De handen tussendoor weer even wassen en blijven kneden tot het deeg niet meer blijft plakken. Het deeg tot een bal vormen en in de beslagkom leggen. De conventionele oven voorverwarmen op 175*C. Intussen een vel bakpapier op een bakplaat leggen. Van het deeg balletjes maken ter grootte van een flinke ronde birambie. Leg ze op het bakpapier met 4 cm ruimte ertussen. Elk balletje tot 1/4 cm dikte platdrukken met de vochtig gemaakte tanden van een vorkje (steeds weer even vochtig maken) en bestrooien met suikermuisjes. Herhalen tot alle balletjes plat zijn. De bakplaat in het midden van de oven plaatsen en de koekjes in 5-8 minuten gaar bakken.
Gelijk daarna met een pannenkoekmes van de bakplaat scheppen en laten afkoelen op een taartrooster. De tweede lading koekjes op dezelfde wijze maken en bakken.
NB: Voor een meer krokante bite (hard koekje) de koekjes iets langer doorbakken of de baksoda weglaten.
©️Diana Dubois, uitgever van de Surinaamse kookboeken: het “Groot Surinaams Kookboek”, “Voeding goed - Volk gezond” en het “Surinaams bakboek van Dubois” - zie:
Reactie plaatsen
Reacties