Twee recepten (voor kinderen) uit de Surinaams-Nederlands-keuken... Zandkoekjes en Kerstkransjes.
Vroeger….(Begin 1900) kon men in Paramaribo bij Andries Abrahams, eigenaar van Bakkerij Hollandia aan de Wagenwegstraat 43, voor Sinterklaas en Kerstmis bestellingen plaatsen voor allerlei Nederlandse koekjes, zoals Zandkoekjes, Kletskopjes, Janhagel, Krakelingen en Speculaasjes. Alles was koosjer bereid (lees: de ingrediënten en de bereidingswijze voldeden aan de Joodse spijswetten), want - zo adverteerde hij regelmatig in de krant - zijn bakkerij stond onder rabbinaal toezicht.
Andries verkocht ook kleine hoeveelheden meel aan zijn klandizie, zodat zij ook thuis koekjes en dergelijke konden bakken. Een probleem in die tijd was echter dat nog maar weinig niet-joodse huishoudens zelf over een gasfornuis beschikten, laat staan over eentje met een oven. Gelukkig bood een andere Surinaams-joodse bakker uitkomst: Egbert Johan Polak - zeer bekend om zijn overheerlijke beschuiten - stelde tegen een kleine vergoeding de oven in zijn bakkerij aan Kleine Dwarsstraat no. 10 (Combé) beschikbaar voor het publiek. Zo kon menigeen toch genieten van haar of zijn zelfgemaakte koekjes.
Let op: Deze koekjes mislukken geheid als het deeg niet eerst wordt gekoeld. Klamme of warme handen veroorzaken datzelfde effect. Zorg daarom dat u/jij voor eerst uw/jouw handen koud maakt. Doe dit door ze even onder de stromende koude kraan te houden (en ze daarna af te drogen). Dit voorkomt dat de koekjes een andere vorm krijgen tijdens het bakken.
Nodig voor ca. 15 koekjes: 90 gram tarweblom, 60 gram roomboter, 25 gram poedersuiker, 5 gram vanillesuiker, 1 mespunt zout.
Doen: Zeef de blom met het zout en de suikers boven een beslagkom. Kneed met de boter zo snel mogelijk tot een soepel deeg. Omwikkel dat met plastic folie en plaats 30 minuten in de koelkast.
Verwarm na 20 minuten van de totale koeltijd de oven voor op 175*C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Pak het deeg uit de koelkast. Vorm er zo snel mogelijk balletjes uit. Leg deze met iets ruimte ertussen op het bakpapier. De bakplaat (door mama, papa, oma of opa) op het middelste ovenrooster (laten) plaatsen. De koekjes in 8 minuten goudgeel bakken (ze mogen niet bruin worden). Laat de koekjes even op de bakplaat afkoelen en leg ze daarna op een taartrooster om volledig af te koelen. Versieren naar wens.
Voor kerstkransjes: Het deeg op een met blom bestrooid werkblad dun uitrollen (2-3 mm dik) en er met een limonadeglas of metalen uitsteker koekjes uit steken. Een gaatje in het midden maken en voor het bakken met gesnipperde amandelen bestrooien (of na afkoeling versieren met glazuur). De koekjes 1 voor 1 met een schoon plamuurmes of een metalen spatel op het bakpapier scheppen, met iets ruimte ertussen. Gaarbakken en afkoelen zoals bij “Dit moet je doen” staat beschreven.
Nodig voor het glazuur: 50 gram poedersuiker, 2 theelepels water, 1-2 druppels citroensap. Optioneel: voedselkleurstof.
Zeef de poedersuiker en roer het water (en kleurstof) en het sap erdoor. Overdoen in een spuitzakje (bijvoorbeeld een plastic boterhamzakje, deze zo dichtdraaien dat het glazuur in een hoek van het zakje zit, puntje eraf knippen en...) Versier de koekjes.
Diana Dubois, uitgever van o.a. het “Groot Surinaams Kookboek” (isbn 9789075812473), €29,95
Reactie plaatsen
Reacties